Bij de traditionele bouw van een gemiddelde woning komt veel CO2 vrij door de productie van materialen die gebruikt worden. Wereldwijd is de bouwsector verantwoordelijk voor maar liefst 40% van de totale CO2-uitstoot. Deze CO2 komt vrij in de atmosfeer en zorgt voor de klimaatproblemen welke we nu al dagelijks ondervinden.
Klimaatdoelen 2030-2050
Om de doelen van het Klimaatakkoord van Parijs te halen zijn afspraken in Europa gemaakt. De EU-lidstaten hebben met elkaar afgesproken dat de EU in 2030 minimaal 55% minder moet uitstoten. In 2050 wil de Europese Unie klimaatneutraal zijn. Dat betekent dat er dan netto geen broeikasgassen meer worden uitgestoten.
Een goed antwoord hierop is in de bouw gebruik gaan maken van zoveel mogelijk biobased materialen. Biobased materialen zoals hout en vezelgewassen nemen CO2 op en slaan dat vervolgens op in de vorm van koolstof. Na de kap van bomen of oogst van vezelgewassen vormen biobased gebouwen waarin deze zijn verwerkt een koolstofbank voor permanente opslag.
Hout
Hout is het meest gangbare biobased materiaal wat er is.
Houten bouwmaterialen zijn perfect voor een duurzame woning. Belangrijk is natuurlijk wel dat het hout een Fsc-keurmerk heeft. Dit keurmerk verzekert dat grondstoffen voor hout- en papierproducten afkomstig zijn uit verantwoord beheerde bossen. Zo gebruiken we niet meer dan er kan groeien en plegen we geen roofbouw. Veelal wordt er naaldhout toegepast.
Bomen worden verwerkt tot draagconstructies (houtskeletbouw) en wanden en vloeren voor houten gebouwen. Resthout wordt gebruikt voor de productie van bijvoorbeeld houtvezelisolatie. Verder is hout lichter dan beton, wat efficiënter is voor het transport en prefabricatie in de fabriek. Woningen kunnen sneller worden gebouwd.
Vezelgewassen
Vezelgewassen als houtvezel, hennep, vlas, lisdodde, miscanthus, etc. kunnen worden gebruikt in de productie van plaat- en isolatiemateriaal.
De toepassing van vezelgewassen als isolatiemateriaal heeft vele voordelen. Het is damopen, het heeft een goede vochtregulering, bevat minder schadelijke stoffen en heeft een hoge warmte-accumulatie. Hierdoor is biobased isolatiemateriaal beter voor de gezondheid en warmt een gebouw 3x minder snel op in de zomer in vergelijking met reguliere isolatiematerialen zoals PIR en glaswol.
Helaas wordt dat laatste nog niet gewaardeerd in de energieprestatieberekening van een gebouw.

Isolatie uit restproducten
Er wordt ook isolatie gemaakt uit restproducten. Een veel toegepast voorbeeld hiervan is cellulose isolatie, welke wordt gemaakt van oude kranten.
Cellulose isolatie heeft een hoge isolatiewaarde, maar is daarnaast ook vochtregulerend, het heeft een hoge akoestische demping, is brandveilig, heeft een hoge warmteopslag capaciteit en is 100% natuurlijk en herbruikbaar. Vochtregulerend betekent dat het vocht in de cellulose wordt opgeslagen en afgegeven, waardoor de ruimte als het ware kan ademen.
Cellulose is beschikbaar in platen, maar vaak wordt cellulose achteraf in de constructie ingeblazen.
Industralisatie bouwproces
Doordat er lichter kan worden gebouwd is er ook een verschuiving aan het ontstaan van traditioneel bouwen naar prefabriceren van 2D en zelfs 3D-bouwelementen in de fabriek. Dit betekent vereenvoudiging, standaardisatie, digitalisatie en dus efficienter, milieuvriendelijker en sneller bouwen.